Het woord van zondag 11 september 2022

(Spreker: br. Leo Schreurs, voorganger PG Sion)
Wat een geweldige God hebben we ! God geeft ons uitdagingen in ons leven ! Weet je, ik vind het zo geweldig wat onze hemelse Vader doet. Hij geeft ons eerst allerlei wijsheid en vervolgens gaat Hij kijken wat je er mee doet. Het lezen van de bijbel is goed, maar in hoeverre breng je Gods Woord in praktijk ? Wat ik het mooie vind in het Nieuwe Testament dat er 7 teksten staan die telkens zeggen: “uw geloof heeft u behouden” ! Zeven is het getal van de volheid. Zeven betekent dat de Here daar Zijn zalving aan geeft ! Verder staat er ook dat wij ontvangen zullen naar ons geloof ! In Johannes 10:9 en 10 staat dat Jezus zegt: “Ik ben de Deur; als iemand door Mij naar binnen gaat, zal hij behouden worden; en hij zal ingaan en uitgaan en weide vinden. De dief komt alleen maar om te stelen, te slachten en verloren te laten gaan; Ik ben gekomen, opdat zij leven hebben en overvloed hebben”. Jezus, Hij is de Deur. Hij staat altijd open voor ons ! Hoe staat het met ons geloof in Hem ? Ik wil met jullie lezen in 2 Koningen 5:1-27. Het gaat hier over Naäman. Hij was legeroverste van de koning van Aram. Hij was melaats. Hij en zijn vrouw hadden een jong meisje in dienst, die als gevangene was meegevoerd uit Israël. Weet je wat ik zo mooi vind aan haar ? Dit meisje was heel betrokken met de situatie van Naäman. Hoe is dat nu mogelijk ? Zij was toch geroofd uit haar land ? Hieruit kunnen we deze les leren: “heb je vijanden lief” ! Op een bepaald moment zegt ze tegen haar meesteres: “Och, was mijn heer maar bij de profeet in Samaria, dan zou deze hem wel van zijn melaatsheid verlossen”. Zij wijst op Elisa. Als Naäman naar hem zou gaan, dan zou hij genezen. Dat geloofde zij. Geloofde zij, wat betreft Naämans genezing, nu in Elisa of in God ? Antw.: zij geloofde in God, dat Hij Naäman zou genezen ! Naäman bericht aan de koning van Aram wat het meisje gezegd had. Deze koning zond een brief aan de koning van Israël waarin geschreven stond: “Nu dan, zodra deze brief u bereikt, zie, ik zend mijn dienaar Naäman tot u, opdat gij hem verlost van zijn melaatsheid”. Maar… het meisje had toch gezegd dat Naäman naar Elisa moest gaan ? Neen, deze koning stuurt hem naar de koning van Israël ! Zo ging Naäman heen en nam met zich mee tien talenten zilver, zesduizend sikkels goud en tien bovenklederen. Weet je, de liefde van God is niet met geld te koop ! Het gaat hierom: met wat voor hart kom je tot God ! Toch zie je bij de koning van Aram de liefde voor Naäman. Maar dit was slechts liefde uit eigen belang. Want Naäman was belangrijk voor hem. Naäman was een getrouw legeroverste voor hem. Hij wilde persé dat Naäman zou genezen ! Als Naäman zou genezen, dan zou hij hem beter kunnen dienen ! Wat was de reactie van de koning van Israël toen hij de brief las ? Hij scheurde zijn klederen en zei: “Ben ik God, om te kunnen doden en levend maken, dat deze man een boodschap tot mij zendt om een man van zijn melaatsheid te verlossen” ? Toen Elisa hoorde dat de koning zijn klederen gescheurd had, zei hij tot de koning: “Laat Naäman toch tot mij komen, opdat hij wete, dat er een profeet in Israël is”. Zo gezegd, zo gedaan, Naäman kwam met zijn paarden en met zijn wagens en hield stil bij de ingang van het huis van Elisa. Hij verwachtte dat hij Elisa persoonlijk zou ontmoeten en dat Elisa een gebed zou uitspreken voor zijn genezing. Maar nee, hoor. Elisa zond een bode tot hem met de opdracht voor Naäman: “Ga heen en baad u zevenmaal in de Jordaan, dan zal uw lichaam weer gezond worden en gij zult rein zijn”. We lezen dat Naäman heel boos werd. Hij zei bij zichzelf: “Zie, ik dacht bij mijzelf: hij zal zeker naar buiten komen en daar gaan staan en de naam van de Here, zijn God, aanroepen en zijn hand over de plek heen en weer bewegen en zo de melaatsheid wegnemen”. Vraag is: van wie verwachtte hij zijn genezing ! In zijn boosheid keerde hij zich om en wou terug gaan naar huis. Zijn dienaren kwamen echter tot hem en zeiden tot hem: “Mijn vader, had de profeet u iets moeilijks opgedragen, zoudt gij dat dan niet doen? Hoeveel te meer, nu hij tot u gezegd heeft: Baad u en gij zult rein worden”. Daarop deed Naäman toch wat Elisa hem gezegd had om te doen. Hij ging naar de Jordaan, dompelde zich zeven maal daarin onder en….hij werd genezen ! Wat zegt Gods woord: “Zo is dan het geloof uit het horen, en het horen door het woord van Christus”. (Romeinen 10:17) Maar…dat geloof moet ook in actie komen. Anders werkt het niets uit ! Uit pure dankbaarheid begeeft Naäman zich tot Elisa en zegt tot hem: “Zie, nu weet ik, dat er op de gehele aarde geen God is behalve in Israël. Neem dan een geschenk aan van uw dienaar”. Maar Elisa weigerde het geschenk aan te nemen. Hij sprak tot Naäman: “Zo waar de Here leeft, in wiens dienst ik sta, ik neem niets aan”. Hij zag zichzelf slechts als een dienstknecht van God. In Matteüs 10:8 zegt Jezus: “Om niet hebt gij het ontvangen, geeft het om niet”. Dus Elisa gaf God de eer voor dit wonder van genezing en weigerde daarom het geschenk van Naäman. Naäman was zeer teleurgesteld dat Elisa zijn geschenk niet wou aannemen. Gechazi was de knecht van Elisa. Hij dacht slim te zijn. Hij zei tot zichzelf: “Zie, daar heeft mijn heer deze Arameeër Naäman ontzien door niets van hem aan te nemen van wat hij had meegebracht! Zo waar de Here leeft, ik snel hem achterna en neem iets van hem aan”. Hij ging dus Naäman achterna en zei tot hem: “Mijn heer heeft mij gezonden met deze boodschap: Zie, zojuist zijn twee jonge mannen uit de profeten tot mij gekomen van het gebergte Efraïm. Geef hun toch een talent zilver en twee bovenklederen”. Gechazi loog Naäman dus voor dat hij in naam van Elisa kwam. Hij kwam slechts om zichzelf te verrijken. Naäman drong bij Gechazi aan om 2 talenten aan te nemen. Gechazi was zich echter niet bewust van de levende God. Elisa had van God geopenbaard gekregen wat Gechazi had gedaan. Hij zei tot Gechazi: “Ben ik in de geest niet meegegaan, toen die man zich omkeerde van zijn wagen af u tegemoet? Was het de tijd om dat zilver aan te nemen of om klederen aan te nemen of olijfbomen en wijngaarden, schapen en runderen, slaven en slavinnen? Daarom zal de melaatsheid van Naäman u en uw nakomelingen aankleven, voor altoos”. Broeders en zusters, leugen baart zonde. Het is het tegenovergestelde van dat je je geloof in beweging zet ! Als je je geloof in beweging zet, dan komt er zegen ! Dan komt er overwinning ! Leugen zet zonde in beweging ! En als je in de zonde volhardt tot het einde, dan brengt dat de dood voort. God is overal ! Hij is alomtegenwoordig. Hij kent jou. Hij weet waar je in je gedachten mee bezig bent. Hij houdt van jou. Hij wil dat het goede met jou gebeurt. Als jij een zegen van God wil ontvangen, ga dan niet je eigen zegen maken ! En juist dat deed Gechazi ! “Legt daarom de leugen af en spreekt de waarheid, ieder met zijn naaste, omdat wij leden zijn van elkaar”. (Efeziërs 4:25) Luister naar het woord van God en breng het in praktijk. Dan wordt je door God gezegend ! De zalving van God zal over je zijn. Zie niet op mensen, zie op God. Laat je verwachting op Hem zijn ! Amen !