Het woord van zondag 11 december 2022

(spreker br. Harrie Keyner, oudste PG Sion)
Ik wil met jullie vanmorgen lezen Matteüs 11:28-30. Eén van de mooiste, maar ook de noodzakelijkste eigenschappen in het leven van een kind van God is wel de zachtmoedigheid. Jezus heeft ons die houding ook voorgeleefd. Uit heel Zijn leven, alles wat Hij sprak en deed, vooral uit Zijn omgang met mensen die in de maatschappij niet geaccepteerd werden, komt die zachtmoedigheid naar voren. Hij scheldt niet terug als er op Hem gescholden wordt, Hij verdroeg spot en laster en onrecht en gaf Zich vrijwillig over aan een schandelijke terechtstelling. Men hoonde Hem, maar Hij zweeg, men klaagde Hem aan, maar Hij antwoordde op niets; Hij werd getrapt en geslagen, maar Hij verdroeg het. Hij werd gekruisigd, maar Hij bad voor Zijn beulen. In al datgene, wat Hem overkwam, bleef Hij een zachtmoedig mens. Hij leefde naar de regels die Hij de discipelen Zelf had voorgehouden in de Bergrede (Mattheüs 5:5): “Zalig de zachtmoedigen, want zij zullen de aarde beërven Laten wij verder lezen in: Mattheüs 5:38-44. Heel Zijn leven heeft Jezus deze woorden in de praktijk gebracht ! Jezus leerde geen haat en geen wraak, maar geef de mensen geluk en blijdschap! Ja, wij kunnen van Hem leren! En dat hebben Zijn volgelingen ook gedaan. Ik denk aan een man als Stefanus, de eerste Christelijke martelaar. Hij staat daar, bedolven onder de stenen van zijn vijanden, met de handen biddend omhoog: “Heer, reken hun deze zonde niet toe!” (Handelingen 7:58). Ook in de brieven van Paulus wordt ons zachtmoedigheid en vriendelijkheid bij herhaling voorgehouden. Luister maar naar Galaten 5:22 “Maar de vrucht van de Geest is liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, vriendelijkheid, goedheid, trouw, zachtmoedigheid, zelfbeheersing”. In al deze voorbeelden, waarin ons de zachtmoedigheid wordt voorgehouden, zien we iets terug van de levenshouding van personen uit het Oude Testament. Laten wij lezen Genesis 13:1-7. Hoe loste Abraham dit probleem op ? We hebben gelezen dat Abram tot de Here bad. Lees Genesis 13:8-11. En zo ging het ook met Jozef. Hij had wrok en haat kunnen hebben tegenover zijn broers, die hem zo slecht behandeld hadden door hem als slaaf naar Egypte te verkopen. Omdat er in op de gehele aarde grote hongersnood was, zond Jakob zijn zonen naar Egypte. Want daar was wel genoeg koren. Zij moesten koren kopen en terug keren, opdat ook zij in leven zouden blijven en niet zouden sterven van de honger. Maar Jozef was inmiddels onderkoning geworden in Egypte. Hij had ze toen gevangen kunnen nemen, maar dat doet hij niet, integendeel, hij is aardig tegenover hen en zegt: “Ik ben Jozef, leeft mijn vader nog?” (vers3) De broers schrokken natuurlijk, maar Jozef gaat hartelijk verder: “Komt toch naderbij.” Daarop kwamen ze dichterbij. Jozef maakt zich aan hen bekend. En Jozef zei: “Ik ben uw broeder Jozef, die gij naar Egypte verkocht hebt. Maar weest nu niet zo verdrietig en angstig, want om u in leven te houden heeft God mij voor u uit gezonden…” (vers 5) Wat ik mooi vind, staat in vers 8: “Dus zijt gij het niet, die mij hierheen gezonden hebt, maar God; Hij heeft mij gesteld tot Farao’s vader en tot heer over geheel zijn huis en tot heerser in het gehele land Egypte”. Jozef verwijt zijn broers dus niets. Hij dankt de Here dat hij zijn broers en vader kan voorzien in voedsel. En hij kuste al zijn broers en zond hen beladen met voedsel en geschenken terug, met de hartelijke groeten aan zijn oude vader. (lees Genesis 45:1-28) Kern van deze boodschap: “Leert van Mij, want Ik ben zachtmoedig en nederig van hart”. Amen.